Elektrificatie ook in de scheepvaart onomkeerbaar
De maritieme sector moet de totale uitstoot aan broeikasgassen en andere luchtverontreinigende stoffen fors verminderen. In 2030 moeten maar liefst 150 binnenvaartschepen voorzien zijn van een nul-emissie aandrijflijn. Die doelstelling staat in de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens van juni 2019. TVM-scheepsexpert Jaap Kriele vertelt over de ontwikkelingen in de scheepvaart.
Van verbrandingsmotor naar elektrische aandrijving
Bij dat streven is elektrificatie van het grootste belang. De overstap van verbrandingsmotoren op elektrische aandrijving is niet zo eenvoudig en brengt specifieke risico’s met zich mee. “Vooral voor oudere schippers kan dat best een uitdaging zijn. Nu hoeven we het niet meteen morgen voor elkaar te hebben, maar we gaan die kant beslist op. Het is onomkeerbaar”, stelt Jaap Kriele, scheepsexpert van de afdeling scheepvaart bij TVM.
Olie onder de nagels
Over het algemeen is volgens Kriele de scheepvaartsector geschoeid op oude leest. “De meeste schippers hebben olie onder de nagels, zoals een boer aarde onder de nagels heeft. Dan is het niet zo eenvoudig om hem te vertellen dat hij het anders moet doen. Dat begrijpt hij ook wel. Maar het is best wel een dingetje. Schippers zijn niet achterlijk. Ze begrijpen goed dat dingen moeten veranderen, moderniseren. Juist deze beroepsgroep is over het algemeen goed op de hoogte.”
"Het verschil tussen een elektrische motor en een verbrandingsmotor is enorm"
Risico's omschakeling naar elektrificatie binnenvaart
Bij dat omschakelingsproces speelt het generatieverschil een flinke rol. Kriele weet dat de jongere schipper meer open staat voor elektrificatie. Die heeft doorgaans meer kennis van zaken en ervaring. De moderne schipper beseft dat je door elektrificatie de efficiëntie verhoogt en de risico’s verlaagt, weet Kriele. Toch zijn naar zijn oordeel aan de omschakeling risico’s verbonden. “Het varen met een elektromotor gaat resulteren in een flinke toename van elektrische en elektronische componenten aan boord. Het verschil tussen een elektrische motor en een verbrandingsmotor is enorm. In een geëlektrificeerde machinekamer spelen heel andere dingen een rol dan in een machinekamer met een verbrandingsmotor.”
Onderhoud elektronica
Elektrische componenten hebben volgens Kriele andere risico’s. “De omgeving van een elektromotor is bijvoorbeeld erg belangrijk voor wat betreft trillingen, vervuiling, temperatuur en vocht. Door vervuiling kan een hogere weerstand opreden. Er kan kortsluiting ontstaan. De moderne lithium-ion-accu’s zijn oplaadbaar, maar gevoelig voor beschadiging. Door bijvoorbeeld contact met water, of door een te hoge- of lage omgevingstemperatuur. Het zijn weliswaar beheersbare risico’s, maar je moet ze wel onderkennen. Je moet ze wel weten te tackelen. De schipper met olie onder de nagels moet straks weten hoe de elektronica dient te worden onderhouden. Dat is heel wat anders dan een oude machinekamer, waar een enorme dieselmotor staat te stampen bij vijftig graden. De machinekamer met een elektromotor is een meer klinische machinekamer.”
"Onderhoud van een elektronicakast moet professioneel gebeuren"
Andere manier van denken
In dat verband wijst Kriele op het grote belang van onderhoud. “Een elektronicakast, die dicht blijft, daarvan denk je: daar kan niks mee gebeuren. Maar die moet na een aantal jaren ook goed schoongemaakt en gecontroleerd worden. En niet even snel met de perslucht de boel schoonblazen. Want dan verplaats je het stof alleen maar. Dat moet professioneel gebeuren. De risico’s van elektrisch varen zijn anders dan van mechanisch varen. Ze zijn wel beheersbaar, ze vergen alleen een andere manier van denken.”
Accu's worden steeds efficiënter
Nog niet zolang geleden beweerden bunkeraars dat olie nooit opraakt. Daar waren ze heilig van overtuigd. Kriele: “Daar denken ze tegenwoordig wel wat anders over, denk ik. Vooralsnog heeft diesel het voordeel van een hogere energiedichtheid dan van accu’s. Maar de accu’s worden steeds efficiënter. Vroeger kon je met je mobiele telefoon vier uurtjes bellen. Dan was de batterij leeg. Tegenwoordig kun je er probleemloos 24 uur mee werken. De energiedichtheid van lithium-ion-accu’s wordt steeds groter. Het opslaan van energie is altijd de grote uitdaging geweest. De actieradius van de eerste elektrische auto was vijftig kilometer. Bij de TU in Delft hebben ze nu een auto, die bijna onbeperkt kan rijden. Met zonnecollectoren op het dak van een lichte auto, dat wel. Als je dat beeld aan de horizon ziet, dan zijn er goede kansen voor de elektrische scheepvaart.”
Energievoorziening: waterstof
Naast elektrificatie van de motoren is er nog een andere interessante ontwikkeling, namelijk op het gebied van energievoorziening: waterstof. Kriele denkt dat waterstof als ‘brandstof’ goede kansen heeft. “Als we het alleen over voortstuwing hebben dan denk ik dat waterstof zelfs een hele grote kans heeft. Uiteindelijk zal er vast waterstof komen, maar dat hebben we nu zeker nog niet. In de scheepvaart loopt al een ‘pilotproject’, waarbij men waterstofunits in containers op schepen plaatst. Een schip vaart van A naar B en als hij in B is wordt de waterstoftank gewisseld. Het moet zich nog verder ontwikkelen, maar een en ander is momenteel in aanbouw.”
Elektromotor onderhoudsvriendelijker
“Uiteindelijk is een elektromotor een stuk onderhoudsvriendelijker dan een verbrandingsmotor. Kijk maar naar de elektrische auto’s. In een Tesla zitten twee motoren met slechts enkele lagers. In een verbrandingsmotor zitten honderden onderdelen. In de scheepvaart zitten we in traject, waar we nog niet klaar mee zijn. Uiteindelijk kan elektrificatie heel interessant zijn wat betreft de kosten. Dat zal ook mee afhangen van de energieprijzen. Verder denk ik dat we een enorme slag in verduurzaming maken en dat we in de toekomst veel minder afhankelijk zullen worden van landen, die ons wat minder gunstig gezind zijn.”