Overslaan en naar de inhoud gaan

Frederik Hoekstra is scheepvaartondernemer en betonproducent

Met twee betoncentrales en een vloot van meer dan 15 schepen is Frederik een drukbezet ondernemer. Lees zijn verhaal waarin Frederik de noodzaak benadrukt voor elke entrepreneur om de juist mensen om zich heen te verzamelen, zodat ver­antwoordelijkheden en werkdruk op de juiste wijze worden verdeeld. Daarnaast wijst hij erop om gretig te leren van de inzichten van andere geslaagde ondernemers.

Maak kennis met Frederik

Gevraagd naar de omvang van zijn bedrijf en zijn deelnemingen is Frederik zelf ook even verbaasd van de uitkomst van de optelsom. Zijn Hoek­stra Binnenvaart Transport BV en zijn deelnemingen, waaronder in schepen en in de Leeuwarder Beton Centrale, het is een flink uit de kluiten gewassen onderneming geworden.

“Niet gek voor een man die als matroos op een binnen­vaartschip begonnen is”, zegt hij in de directiekamer van zijn bedrijf in Lem­mer, waar hij een brede schets heeft gemaakt van zijn ondernemersvisie, zijn geschiedenis en zijn inspiratiebronnen. Frederik meldt het niet om op te scheppen, hij is onderaan de ladder begonnen, heeft veel moeten bijleren en hard moeten werken. Hij voer in zijn tienerjaren als matroos op een chemicaliëntanker, dus weet wat het is om in dienst van anderen te werken. Terwijl hij toch uit een familie van zelfstandige ondernemers komt.

Een ondernemende familie

In de jaren vijftig begon zijn groot­vader een bloeiende zand- en grindhandel in Oosterwierum. Zodra een kind uit het gezin van opa Hoekstra een vrachtauto kon besturen of een schip kon bevaren, werd de onderneming uitgebreid. De kinderen gingen echter na het overlijden van grootvader Hoekstra zelfstandig verder en het familiebedrijf werd opgesplitst.

Frederik's vader kwam zo in het bezit van De Vlijt, een klein schip van 39 meter lang en 5.06 meter breed en een tonnage van 239 ton. Frederik nam het schip in 1991 na de pensionering van zijn vader over, op 21-jarige leeftijd. Hij vervoerde met De Vlijt zand en grind over de Dokkumer Ee tussen Leeuwarden en Dokkum.

Avontuur

Desondanks besloot hij enkele maan­den later in Rotterdam examen te doen voor het Rijnpatent, mede door­dat hij als matroos op een tanker al voldoende kennis had opgedaan.

“En ik wist toen al dat de Dokkumer Ee voor mij echt te klein was. Ik wilde verder, groter, het avontuur aangaan.”

Via de Coöperatieve Zandschippers­bond, de CZB, keerde hij terug naar de wortels van de familie Hoekstra: het vervoer van zand en grind. Via de coöperatie kon hij ook zijn commerciële kwalitei­ten ontwikkelen. Zijn stuurhut werd meer en meer een kantoor, hij had inmiddels twee schepen waarvan één met een zetschipper en kocht er een kraanschip bij. Zo kon hij ten dienste van de bouw van de Betuwelijn beton­centrales in Tiel en Wijk bij Duurstede 24/7 bevoorraden, óók ’s avonds en in de weekenden.

“Op die manier kon ik meer omzet genereren, de keten voor een deel in handen nemen. Ik was kind aan het huis bij de betoncentrale”, kijkt Frederik terug op de jaren waarin hij het fundament voor zijn latere onderne­ming legde. “En ik weet nog dat ik in het weekend factureerde op zolder, op een slaapkamer waar ik mijn kantoor­tje had ingericht. In 1999 behaalde ik de eerste keer – toen nog - 10.000 gul­den omzet op één dag. Nou, dat was nogal wat voor mij.”

Eigen vloot 

Door zijn ervaringen met de leverin­gen kreeg hij ook steeds meer inzicht in de werkwijze van de betonindu­strie, van hun voorraden aan zand, grind en cement en wist hij daar com­mercieel goed op in te spelen. Ondertussen had hij ook enkele goede mensen aangenomen die zelf­standig als schipper gingen werken en met wie hij schepen ging aanko­pen en exploiteren, hetzij als finan­cier of anders als stille vennoot in een gezamenlijk cv. Het aantal schepen groeide, het aantal samenwerkings­verbanden ook en het aantal klanten nam gestaag toe. “Als je werk wilt aannemen moet je zorgen dat je een eigen vloot krijgt. Dan kun je je klanten ontzorgen”

“Een zakenrelatie in Twente voor wie ik veel opdrachten uitvoerde, heeft me veel geleerd over de beton­industrie. En ook over de strategie van grote bedrijven in de bouwsector”, zegt Frederik. Gewapend met die kennis ging hij in 2011 van boord af. Want zijn stuurhut was inmiddels uitgegroeid tot het zenuwcentrum van het bedrijf. Overal plakten er memootjes, lagen er telefoons en indelingen en stond de computer onder handbereik. “En ondertussen moest ik ook nog het schip varen. Dat ging gewoonweg niet meer.”

Wat meehielp: Frederik had een matroos in dienst die vervolgens stuurman werd en nu – samen met hem – met drie eigen schepen in beheer heeft. Zo heeft hij in de loop der tijd meerdere mensen aan zich weten te binden, waardoor de vloot – direct en indirect – verder uitgroeide. 

Zijn motto: “Ik heb een eerlijke kans gekregen van mijn opdrachtgevers en die geef ik ook door aan mijn mensen.”

Dus helpt Frederik graag jonge schip­pers die bij hem varen met de financiering  van de aankoop van hun eerste schip. Zo helpt hij hen ondernemer te worden. Zijn zoon Hendrik, die aan­vankelijk zelfstandig schipper en scheepseigenaar was, is inmiddels toe­getreden tot het familiebedrijf.

Aanspreekvriend

“Nee, ik ben geen coach”, legt Frederik uit. “Misschien ben ik een aanspreek­vriend, dat vind ik een mooie term. Mensen komen snel bij me terecht als ze een probleem hebben. Maar ik draag ook graag kennis over als ik merk dat mensen wat doen met jouw ervaringen en daarmee aan de slag gaan. Het gaat ook wel eens mis, maar meestal heb ik een goed oog voor men­sen die vooruit willen in het leven.”

Nieuwe beton­centrale

In 2015 werd Frederik door zaken­relaties gewezen op het sluiten van een verouderde betoncentrale in Leeuwar­den. Die zakenrelaties stelden voor om op die plek een geheel nieuwe beton­centrale te bouwen en samen met Frederik gezamenlijk te gaan exploite­ren. Voorwaarde was wel dat de Lemster deze nieuwe Leeuwar­der Beton Centrale zou gaan leiden. “Nou, daar heb ik twee weken over nagedacht. Want dat had natuurlijk wel veel consequenties. Ik moest me helemaal gaan toeleggen op die betoncentrale. Ik heb opleidin­gen gevolgd om het productie­proces in goede banen te leiden en aan alle kwaliteitseisen te voldoen. De toenmalige centrale is afgebroken en we hebben op dezelfde fundering een nieuwe centrale gebouwd. In 2017 zijn we begonnen.”

De rest is geschiedenis. Schepen van Hoekstra Binnenvaart Transport BV voeren de grondstoffen aan, de betonmixers leveren het verse beton uit. Na Leeuwarden neemt Frederik inmiddels deel in een tweede betonfabriek in Noord-Holland. Het managen van de scheepvaarton­derneming én de betoncentrales is een flinke klus, geeft Frederik volmondig toe. Maar het kost hem niet alleen ener­gie, het gééft hem ook energie en vol­doening. Hem wordt wel eens verweten een workaholic te zijn. Dat wordt deels door hem beaamd. Hij zegt daarom ook: “Een ondernemer is nooit vrij.” Naast zijn werk is hij buitengewoon geïnteresseerd in de zakelijke beleve­nissen van andere ondernemers, die voor hem dienen als inspiratiebron.

“Maar ik ontspan ook graag door met ons laatst aangekochte schip Furka, verzekerd bij TVM, samen met mijn vrouw een stuk te gaan varen. Dan kan de schipper een weekend vrij nemen”, aldus Hoekstra. “Dan vaar ik met het schip op zaterdag naar Leeu­warden of naar een andere productielocatie. Even gewoon weer schipperen. Dan verleer je dat niet. Dat mag ik graag doen.

Dan noemen ze je een workaholic, maar nee: dat is geen werk. Dat is voor mij hetzelfde als een rondje met de sloep om. Dan ben je toch weer eens even op je schip.”

 

Ook interessant voor u?