Overslaan en naar de inhoud gaan

KNRM: vrijwilligers die mens en dier redden op zee Een dag op stap met de KNRM

De KNRM redt jaarlijks vele mensen en dieren op zee en het ruime binnenwater. En dat allemaal belangeloos en vrijwillig. Wij vaarden mee en maakten kennis met de ‘opstappers’ van het reddingsstation op Urk, die onlangs een redersbijeenkomst organiseerden in het vissersdorp. “Ons werk is vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend.”

KNRM team in actie op zee

Opa is te water geraakt: KNRM komt in actie

Een late vrijdagmiddag ‘op Urk’. Terwijl de reddingsboot van de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) door de golven van het IJsselmeer beukt, tuurt Luuk Nagel (6) met gespannen blik vanaf het dek naar beneden. Even ervoor zijn twee passagiers te water geraakt, onder wie zijn opa. En nu, pal voor de ogen van het jongetje, schreeuwen ze om hulp. Prompt duiken dan verschillende leden van de reddingsploeg op hen af, waarna de drenkelingen vervolgens manmoedig aan boord worden gehesen. “Wow”, roept Luuk, de bewondering van zijn gezicht spattend.  

Reddingsactie in scène gezet

Voor de duidelijkheid: de reddingsactie van vandaag is in scène gezet. Vandaar de relaxte stemming aan boord, waarop zo’n dertig zogenoemde reders een inzicht krijgen in het werk van het Urker reddingstation, waarvan zij – net als TVM – donateur zijn. Indrukwekkend is het ondubbelzinnig, van dichtbij zien hoe te water geraakte personen vakkundig weer aan boord worden geholpen. En impliciet vertelt Luuk’s gezicht de opwinding die ermee gepaard gaat.

"Op Urk zijn we enorm trots op de vrijwilligers van de KNRM"

Doe het tenslotte maar eens, met gevaar voor eigen leven het water in plonzen met als doel een ander te helpen. “Voor deze mannen moeten we ongelooflijk veel respect hebben”, zegt Albert-Mark Nagel, vader van Luuk en een van de aanwezige reders op het schip. “Op Urk zijn we enorm trots op ze.”  

In het zonnetje gezet tijdens de redersbijeenkomst

Albert-Mark Nagel is naar het reddingstation van Urk gekomen in het kader van de jaarlijkse redersbijeenkomst. Hier, aan de rand van het vissersdorp, worden hij en de andere reders vandaag in het zonnetje gezet. Passend omlijst met een tochtje over het IJsselmeer op een van de reddingsboten. Dit als dank voor hun jaarlijkse financiële bijdrage aan de plaatselijke afdeling van de KNRM, die sinds de oprichting in 1824 een grote reputatie heeft opgebouwd.

Hulp bieden aan diegenen die in nood zijn geraakt

Ga maar na: 365 dagen per jaar, 24 uur per dag en onder alle weersomstandigheden staan de ‘opstappers’ vrijwillig en belangeloos klaar om hulp te bieden aan diegenen die op zee of op de ruime binnenwateren van ons land in nood zijn geraakt. 

Urk telt 22 van die opstappers. Ofwel: mensen met een reguliere baan, die op elk moment van de dag kunnen worden opgepiept om in actie te komen. “En de term ‘elk moment’ kun je daarin heel letterlijk nemen”, vertelt Dirk Weerstand (38), een van de opstappers en in het dagelijks leven lid van de technische dienst van een verpleegtehuis op Urk.

"Dit werk brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee"

“Of het nu ’s ochtends vroeg is of diep in de nacht; te allen tijde moet je ervan bewust zijn dat je mogelijk aan de bak moet. Eervol werk, zonder meer. Maar het brengt ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Je kunt tenslotte niet zeggen: ‘Ik heb vandaag niet zo’n zin, ik blijf lekker op bed liggen’. Ondenkbaar!”  

Groep mannen uitgegroeid tot een vriendenteam

Met zijn bevlogenheid staat Dirk symbool voor de totale equipe van het Urker reddingsstation, de groep mannen die elke dinsdagavond bijeenkomt om te oefenen en inmiddels is uitgegroeid tot ‘een vriendenteam’. Het kan vriezen, het kan dooien, een herfststorm kan over het land razen; wanneer de situatie erom vraagt gaan zij het water op om vaarders in problemen te verlossen.

"Je moet op elkaar kunnen bouwen. Er staan mensenlevens op het spel"

“Het moet een beetje in je zitten, denk ik, de drang om altijd hulp te willen bieden wanneer dit nodig is”, zegt Dirk, gestoken in de hem en zijn collega’s kenmerkende KNRM-outfit. “Voor de discipline waarnaar je moet leven geldt hetzelfde. Ons werk is weliswaar vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend. Allesbehalve dat zelfs. Je moet op elkaar kunnen bouwen. Er staan tenslotte mensenlevens op het spel.”  

22 rollades om te bedanken na een reddingsactie

Moeiteloos ziet Dirk de beelden weer voor zich uit de veertien jaar dat hij nu lid is van de reddingsploeg. Mensen die onwel zijn geworden op zee, mannen of vrouwen die overboord zijn geslagen, schippers die zich verkeken hebben op de windkracht; en zo kan hij wel even doorgaan. Mooi moment, vond hij: die keer dat hij en zijn collega’s een oudere man met zijn twee kleinkinderen gered hadden uit een benarde situatie en die man een paar dagen later vervolgens met 22 rollades bij het Urker reddingsstation kwam aanzetten. De boodschap: ‘Dank dat jullie onze levens hebben gered en eet smakelijk.’ “Zoiets geeft natuurlijk enorm veel voldoening”, erkent Dirk, die net als alle andere leden beschikt over een vaarbewijs en alle noodzakelijke EHBO-diploma’s. “Anderzijds sta je ook weleens stil bij de gedachte: ‘Wat als?’ Wat als we net een minuutje later waren geweest? Wat als we de drenkelingen niet zo snel hadden gevonden? De impact van dit werk kan enorm zijn.”  

"De impact van dit werk kan enorm zijn"

Van grote waarde voor Urk

Ter illustratie: In 2022 moesten de redders 75 keer in actie komen. In 2023 stond de teller tot 1 oktober op ‘slechts’ 47, mede als gevolg van de qua weer matige zomermaand juli. Maar er zijn ook jaren geweest waarin meer dan honderd keer uitgerukt moest worden.

Snelste van Nederland

Wat vaststaat: het reddingsstation is van grote waarde voor Urk. Al was het maar omdat het Urker station qua uitrukken naar eigen zeggen het snelste is van alle KNRM-stations in Nederland. En dat wil Cees van den Bos, burgemeester van de plaats en tevens voorzitter van KNRM-station Urk, deze vrijdag graag nog eens benadrukken tegenover de aanwezige reders.

Zonder reders geen Urker reddingsstation

En daarbij hamert hij ook nadrukkelijk op de waarde die de reders dankzij hun financiële bijdrage vertolken voor het dorp. Want: zonder hen zouden de reddingsboten niet onderhouden kunnen worden. Zonder hen zouden er geen overlevingspakken kunnen worden aangekocht. Zonder hen zou er, kortom, geen Urker reddingsstation zijn.  

KNRM in volle actie op zee

De reders zijn goud waard

“De reders zijn onze redders”, zal Jan Jurie Brands (33) later zeggen, kort nadat hij aan de reders een presentatie heeft gegeven over het werk van de ploeg waarvan ook hij belangrijk onderdeel is. “Als we hen niet hadden, zouden wij de zee niet op kunnen. Ze zijn goud waard voor ons. Al zou het logischerwijs nóg mooier zijn als in de toekomst nog meer reders zich aansluiten. Subsidie van de overheid krijgen we immers niet. We moeten het financieel allemaal zelf zien rond te krijgen. Dat is best een flinke uitdaging.”

Een bonte mix aan personen

Alleen: klagen is niet aan de 22 opstappers besteed. Dat blijkt vandaag wel, voorafgaand aan de gezamenlijke barbecue met de reders. Stuk voor stuk manifesteren ze zich als types die liever de spreekwoordelijke mouwen opstropen, in de praktijk vaak geholpen door ambulancemedewerkers en/ of brandweerlieden. De groep bestaat uit een bonte mix aan personen. Technische mensen zitten ertussen, zoals Dirk Weerstand. Mensen die werkzaam zijn voor de lokale overheid. Maar bijvoorbeeld ook bedrijfseigenaren of winkelbedienden.

"Ze staan er wanneer ze er moeten staan"

“Het is tekenend voor dit geweldige gezelschap”, stelt bestuurslid Teun Molenaar. “Hoewel de mannen allemaal wat anders doen, zijn ze één wanneer ze hun overlevingspakken hebben aangetrokken. Dat verdient grote bewondering. Ze staan er wanneer ze er moeten staan. Petje af, zou ik willen zeggen.”  

Kennismaking met KNRM maakt indruk

Die woorden zijn de aanzet van een memorabele avond op Urk. Een waarop de 22 vrijwilligers van het KNRM-reddingsstation en de vele gulle reders zich de drankjes en het eten uitstekend laten smaken. Én waarop de zesjarige Luuk misschien wel inspiratie opdoet voor later. Best kans tenslotte dat hij ooit ook wel met een pieper van het reddingsstation in zijn broekzak door het dorp loopt, passend bij de loyaliteit die de plaats zo typeert. Eén ding is zeker: de kennismaking met de waterhelden en hun reders heeft zichtbaar indruk op hem gemaakt. “Ja”, besluit Luuk, duidelijk nog onder de indruk van de vaartocht. “Het was superleuk.”