Formule 1: een logistieke monsterklus

Circus Formule 1 verplaatst zich tijdens het Europese seizoen soms wekelijks, maar meestal om de 14 dagen kriskras over het oude continent. Het is in alle opzichten een logistieke mon­ sterklus: alle renstallen, motorleve­rancier Honda én bandenleverancier Pirelli nemen hun eigen materieel inclusief aggregaten ­ en dat loopt in honderden tonnen aan gewicht ­ mee naar de Grands Prix.

Hét visitekaartje van de teams in de paddock zijn de mobiele motorhomes waar (VIP­)gasten, journalisten en het teampersoneel elkaar dagelijks ont­moeten. Ze zijn er in alle soorten, varia­ties en maten: van sober en basic (Haas en Renault hebben tussen 2 trucks een simpele overspanning) tot luxe en megalomaan. In die laatste categorie huizen Red Bull, McLaren en Mercedes AMG Petronas F1 Team. Niet geheel toevallig drie rijke teams. Ferrari, baas boven baas, heeft zelfs twee (identieke) motorhomes: eentje met luxe inrichting voor het team en genodigden en een zogenaamde media­unit voor de pers die soberder is aangekleed.

De reizende gastenpaleizen van deze vier teams nemen in het renners­kwartier met afstand de meeste ruimte in. McLarens Brand Center, Red Bulls Energy Station en Mercedes’ verblijf tellen liefst drie en soms vier verdiepingen, inclusief een royaal dakterras. 

Volgens Tobias Genrich, tij­dens de Europese Grands Prix namens de fifirma DB Schenker verant­ woordelijk voor Mercedes’ motor­home, zijn er voor het transport daar­van alleen al 18 trucks nodig. “Die vervoeren dertig containers en zo’n 140 ton aan gewicht”, verklapt de Duitser.

Zorgvuldig geplande operatie

Elke keer weer is het opbouwen en afbreken van het motorhome, het rou­teschema van de truckerskaravaan van en naar de circuits een zorgvuldig geplande operatie die maanden van tevoren al compleet is uitgedokterd. “Normaal gesproken beginnen we een week voor de Grand Prix met de opbouw van het motorhome”, legt Genrich uit. Belangrijkste aspect daarbij is, zo stelt hij, het inmeten. “Want het onderstel moet perfect staan, anders past het niet. Dit motor­home is helemaal opge­bouwd uit containers, hoewel je dat alleen aan de lijnen op de vloer kunt zien. Het is dus niet zo dat we de con­tainers even op elkaar stapelen en het vervolgens, hup, klaar is. Met name het inmeten is secuur millimeter­werk”, verzekert Genrich, “want de foutmarge is heel erg klein. In het begin is het bij een test één keertje mis­ gegaan, maar daarna nooit meer. We hebben nu veel ervaring, weten alle­maal wat we moeten doen.”

Na het inmeten wordt begonnen om de begane grond van het motorhome in te richten. Genrich: “Die moet als eerste klaar, want op dinsdag moet de keuken volledig in bedrijf zijn om het eten voor alle garagemensen en ander personeel dat al op het circuit is te kunnen maken.” In een halve dag wor­den met kraanmachines en heftrucks alle vrachtwagens uitgeladen. Kisten vol, met in totaal dus ruim 140 ton aan materieel.

“Met daarin ook alle benodigdheden voor het dakterras, de meubels, het bestek, televisieschermen, reserveon­derdelen en noem maar op... Normaal gesproken doen we er met 14 mensen 32 uur over om het motorhome hele­maal op te bouwen”, aldus Genrich. “De afbouw duurt maximaal 24 uur, want dat is natuurlijk minder gecom­pliceerd dan de opbouw. In Spa was de complete paddock om vier uur ’s mid­dags helemaal leeg. Wij begonnen de volgende dag om twee uur in Monza met de opbouw en woensdagavond om negen uur stond het motorhome alweer: een record voor ons.”

Twee races achter elkaar, een zoge­ naamde doubleheader, betekent voor Genrich en zijn manschappen een verhoogde staat van paraatheid. Over­uren, weinig slaap. In 2018 kregen de Formule 1­teams voor het eerst in de geschiedenis zelfs te maken met drie Grands Prix in drie weken. “Normaal werken we met 14 personen aan de opbouw, bij die tripleheader hadden we zestig mensen ingeschakeld. Alles was dubbel bezet, ook de chauffeurs. Want onze vrachtwagens moeten altijd doorrijden. Op ons kantoor wordt elke truck met GPS nauwlettend gevolgd, we weten altijd waar ze zijn, en daar wordt ook gekeken of er files of vertragingen zijn. In dat geval worden ze meteen omgeleid”, aldus Genrich.

Juiste volgorde

De vrachtwagens die volgens Genrich nooit in konvooi rijden, vervoeren over de Europese wegen een kostbare lading. Ze komen bij de Grands Prix allemaal in de juiste volg­orde binnen, zodat het in­ en uitladen vloeiend verloopt. Monaco met al zijn ruimtelijke beperkingen is een van de las­tigste om de trucks in de haven op de plek van bestemming te krijgen. “Een uitdaging”, erkent Genrich. “Omdat er zoveel trucks naar binnen moeten, heb je twintig minuten de tijd om er eentje te lossen. Ik zorg in Monaco tegenwoordig voor de door­stroming van alle vrachtwagens, anders wordt het een chaos en komt niemand een stap verder.” 

Mercedes’ motorhome is state-­of-­the­-art. Teambaas Toto Wolff wil niet alleen op de baan, maar ook in het rennerskwartier toonaangevend zijn. De Duitse autofabrikant heeft immers een reputatie hoog te houden. Voor het interieur en de inrichting moeten 

er elke keer meer dan 600 kabels wor­ den gelegd. Alle televisies hebben HDMI­kabels en zijn net als het licht, volume, de audio en temperatuur door Genrich met zijn iPad ­ zijn belang­rijkste attribuut – in een handomdraai te bedienen. “Hoeveel dit motorhome heeft gekost? Eerlijk gezegd heb ik geen idee”, vertelt de Duitser. Het zal ongetwijfeld in de miljoenen lopen.

Genrich, meubelmaker van beroep, is sinds 2015 chef­motorhome. Hij vindt het leuk werk, al zijn de weeken­ den vol en vermoeiend. “Ik houd van uitdagingen en dit was de volgende”, beweert hij. “Weet je trouwens dat we het motorhome elke winter renove­ren? Alles wordt nagekeken en indien nodig hersteld, het verblijf krijgt nieuwe lak en verf. Tijdens de races hebben we een dag­ en een nachtploeg, het motorhome wordt net als dat van alle andere teams 24 uur bewaakt.” En niet alleen om technische beroeps­geheimen binnenboord te houden, bekent Genrich. “Op de eerste verdieping staat een display met zeer exclu­sieve horloges van onze timekeeper IWC Schaffhausen... Daar moeten we natuurlijk ook goed op letten.”