Data is niets. Totdat je er iets mee doet en weet wat het je kan opleveren. De adviseurs van TVM vertellen meer over de manier waarop je data slim kunt inzetten om veiliger en met minder schades te rijden. Dat is Slim rijden.
Digitale ontwikkelingen bij Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de veiligheid en doorstroming op de Nederlandse snelwegen. Een van de taken waarbij beide onderwerpen nadrukkelijk in beeld komen is de gladheidbestrijding. Mede door digitale ontwikkelingen zijn we tegenwoordig in staat om heel gericht te strooien en alleen als het écht moet vertelt Jan Rients Slippens, senior adviseur Gladheidbestrijding bij Rijkswaterstaat.
Gladheidmeldsysteem in het wegdek
In de jaren '70 hing de dienstdoende gladheidcoördinator nog een natte washand aan de waslijn. Als die bevroor, dan werd het tijd om te strooien. Vanaf de jaren '80 is Rijkswaterstaat begonnen met de ontwikkeling van het zogenaamde Gladheidmeldsysteem (GMS). Dit systeem bestaat uit een netwerk van temperatuur- en geleidingssensoren in het wegdek, gekoppeld aan weerhutten naast de weg met meetinstrumenten voor luchtvochtigheid, neerslag en omgevingstemperatuur.
Inmiddels is er een landelijk dekkend netwerk van 330 meetpunten met ruim 3800 sensoren in het wegdek. Elke vijf minuten gaat er een meting naar het KNMI. Het KNMI stelt op basis van die meting hun verwachting op en stuurt die naar onze gladheidcoördinatoren. De gladheidcoördinator besluit op basis van informatie uit het Gladheidmeldsysteem, meteorologische data, weersverwachtingen en de hoeveelheid strooizout die nog op de weg ligt of er gestrooid moet worden.
Preventieve inzet van strooiwagens om gladheid te voorkomen
Als de strooiwagens ingezet moeten worden, roepen we de aannemers op zodat zij preventief kunnen strooien. De afspraak is dat de laatste korrel zout van de route binnen twee uur na de oproep op de weg ligt. Zo kan gladheid worden voorkomen. Als strooiwagens eenmaal de weg op zijn, dan willen we graag weten waar ze zijn en wat ze doen. Daarvoor hebben we het strooimanagementsysteem ontwikkeld; alle strooiwagens zijn voorzien van een modem, waardoor wij exact kunnen zien hoe laat ze zijn begonnen, waar ze rijden en hebben gereden, wanneer ze klaar waren, welke dosering is gebruikt, etcetera. In het verleden konden we alleen achteraf corrigeren, maar inmiddels kunnen we al tíjdens de strooiactie eventuele fouten (stukje vergeten, verkeerde dosering) bij de chauffeur melden en direct laten corrigeren.
Geen handmatige handelingen tijdens het rijden
Tijdens het strooien moet een chauffeur vaak onder lastige rijomstandigheden -door winterse neerslag- handmatig de strooi-instelling aanpassen. Inmiddels is bijna de helft van de strooiers van Rijkswaterstaat voorzien van een automatisch strooien-systeem. Dit systeem regelt zaken als op tijd aan en uit, de juiste dosering en de juiste breedte-instelling. Het voordeel is dat je altijd de juiste kwaliteit op de strooiroute hebt en de chauffeur hoeft niet meer allerlei handmatige handelingen te verrichten tijdens het rijden. En dat is wel zo veilig!
Bezig blijven met ontwikkelingen
Een laatste ontwikkeling, die nog in de pilotfase zit, is data uit voertuigen. Daar waar het GMS lokaal registreert, kunnen voertuigen het hele wegennet in kaart brengen. Ter illustratie: de circa 330 GMS-punten in Nederland liggen gemiddeld dertig kilometer uit elkaar. Het is mogelijk dat een sneeuwbui precies tussen twee GMS-punten overtrekt. Als je direct informatie uit voertuigen krijgt (de ruitenwissers staan aan en de buitentemperatuur is onder nul) dan is de kans op winterse neerslag groot en zie je zo'n sneeuwbui ook als de bui precies tussen twee stations doortrekt. Ook geven de voertuigen stroefheidsdata van het wegdek door, waardoor we (lokale) gladheid sneller kunnen detecteren.
Al deze ontwikkelingen helpen om de gladheidbestrijding van Rijkswaterstaat naar een nóg hoger niveau te tillen, waardoor de veiligheid en de doorstroming gegarandeerd blijft.