Overslaan en naar de inhoud gaan

De passie van Cor Jansen ‘Zo lang ik kan lopen, blijf ik carnaval vieren’

Cor Jansen is een bekend gezicht in de transportwereld. Maar wat niet iedereen weet, is dat hij nog een andere passie heeft. De Limburger is in zijn woonplaats Tegelen voorzitter van carnavalsvereniging ‘D’n Oeles’. Hij gunde TVM Actueel een inkijkje in ‘zijn’ wereld.

Cor Jansen, jarenlang manager transport bij Janssen Distribution Services in Venlo, ziet de beelden zó weer voor zich. Een ‘manneke van een jaar of acht’ was hij, toen hij door de straten van Oeles-riek trok, zoals het Noord-Limburgse Tegelen tijdens carnaval heet. Om hem heen drentelden clowns, gelegenheids-straaljagerpiloten en een enkele piraat. Hijzelf op zijn beurt was gekleed als ‘boertje’, naadloos passend bij het karakter van de jaarlijkse optocht in het dorp. “Schitterend”, zegt de transportman nu, krap zes decennia later. “Het plezier dat je op zo’n moment hebt, al die mensen aan de straatkant die naar je kijken, het zorgeloze; ik wist meteen dat Vastelaovend (Limburgs voor Vastenavond, zoals carnaval er genoemd wordt) voor mij de allermooiste periode van het jaar is.”

Passie voor transport

Cor is aangeschoven op kantoor in Belfeld, een dorp nabij Venlo. Want stilzitten is er voor de Limburger, die sinds 1 mei vorig jaar officieel met vervroegd pensioen is, niet bij. Nog dagelijks is hij te vinden in de zaak van zijn zoon, Guido Jansen Transport B.V. Jansen. Hij vindt het immers nog altijd fantastisch, de wereld van het wegvervoer. En met 46 jaar ervaring in die sector weet hij er als vanzelfsprekend ook alles over te vertellen. Begin met hem over de transportsector en het is net alsof in zijn ogen spontaan de zomer doorbreekt. “Ik heb het nooit als probleem ervaren om ’s ochtends heel vroeg op te staan”, zegt hij. “Als je doet wat je leuk vindt, kost het je geen moeite toch? Heus, dit is het mooiste werk dat er bestaat.” Zijn nooit aflatende vrolijke gemoed; het is zoals vrienden, collega’s en bekenden Cor al jarenlang kennen. Toch is het net alsof hij in deze periode van het jaar, wanneer carnaval op het punt van aanbreken staat, nóg iets vrolijker is dan anders. Alsof hij nu,met onder meer de jaarlijkse optocht in het verschiet, prettig gedijt op het ritme van verlangen en voorpret. En impliciet is dat ook het geval, geeft hij toe. Hij lééft voor carnaval. Sterker: zodra het feest is afgelopen, snakt hij dikwijls alweer naar de editie van het jaar erop. “Weet je veel mensen boven de rivieren denken dat carnaval enkel en alleen om bier drinken draait. Nu ontken ik niet dat er nu en dan een drankje gedronken wordt. Alleen, het feest is zoveel meer dan dat. Op Vastelaovend gaat het even niet om wie je bent en waar je vandaan komt. Iedereen is dan één.

Voorzitter carnavalsvereninging

En als iemand weet waarover hij praat is het Cor Jansen, wereldberoemd in Tegelen en directe omgeving. Of, beter, Oeles-riek, de dorpsnaam tijdens carnaval. Grote kans dat bewoners hem tijdens de feestperiode voorbij zien komen, als vanzelf gehuld in rokkostuum en met een steek op zijn hoofd. Hij is er namelijk voorzitter van de plaatselijke carnavalsvereniging.

‘Vastelaovesgezelsjap D’n Oeles’, zoals de transportman zelf zegt. En dat betekent dat hij overal opduikt, waar de Raad van Elf verschijnt. En dat doet hij niet alleen tijdens carnaval, dat dit jaar officieel op zondag 2 maart begint. Nee, dat doet hij goed beschouwd het hele jaar door. “Van carnaval bestaat vaak het beeld van praalwagens en polonaise en deels klopt dit natuurlijk”, stelt hij. “Maar voor ons, als vereniging, is het veel meer dan dat. Ik overdrijf niet als ik zeg dat we jaarlijks bij zestig activiteiten aanwezig zijn. En dan heb ik het nog niet over al het regelwerk dat eraan voorafgaat, bijvoorbeeld, het bezoeken aan scholen en centra voor bejaarden. Geloof me: er komt behoorlijk wat bij kijken.” Cor doet het met liefde. Simpelweg omdat carnaval voor hem een manier van leven is. Zo is het al vanaf het moment dat hij als jongeman onderdeel vormde van de Tegelse Joekskapel, waarin hij respectievelijk de rol van tweede trompettist en dikke trombespeler vertolkte. Later maakte hij de overstap naar D’n Oeles’, de carnavalsvereniging waarvan hij nu ruim 23 jaar een van de grote roergangers is. En in de tussentijd is hij ook nog de adjudant van prins carnaval geweest in het dorp. “Als je er eenmaal ingezogen bent, wil je nooit iets anders meer”, ervaart hij. “De saamhorigheid tussen de mensen, de verbinding met elkaar, het creatieve dat erbij komt kijken. Tijdens Vastelaovend komt dat allemaal tot uiting. Het is net alsof we dan even de ideale wereld zijn met elkaar. Nou ja, dat zíjn we ook.”

"Als je met elkaar het glas heft, besef je hoe mooi het leven is."

Trots

Na een korte stilte: “Ik ken een vrouw in het dorp. Als ik me niet vergis is ze 93 jaar oud. Maar tijdens carnaval voelt ze zich steevast weer een jongedame, wanneer ze oog in oog staat met de Raad van Elf. Zo onder de indruk is ze dan van dat gezelschap. Dat is toch schitterend? Echt, de impact van carnaval moet je niet onderschatten. Ik ben er trots op om er onderdeel van te zijn als voorzitter van ‘D’n Oeles’, mag je gerust weten.” De transportman geniet ervan, om alle wagenbouwers bezig te zien. Juist omdat hij als jochie vroeger zelf ook geregeld met papier maché in de weer was. Een paar weken eerder gaf hij als voorzitter van ‘D’n Oeles’ al acte de presence tijdens onder meer feestavonden. Zoals hij op ‘de elfde van de elfde’, het officiële startsein van carnaval, de voor hem bekende elf kanonschoten langs zijn oren hoorde suizen. “Carnaval draait om tradities en protocollen”, weet Cor, vader van vier kinderen en opa van drie kleinkinderen. “En het is mooi om te merken dat die tradities van vader op zoon en van moeder op dochter overgaan. Voorbeeldje: de jongste van mijn dochter zag het levenslicht in januari. Toch was ze van de partij, toen hier een paar weken later Vastelaovend begon. Verkleed en wel, uiteraard. Vind ik mooi, ontroerend mooi.” Nog eventjes geduld, en dan barst hier het jaarlijkse volksfeest los. Het is iets waar Cor zich, net als vroeger als jong ventje, nu al op verheugt. Automatisch denkt hij dan aan de praalwagens die straks weer door zijn dorp Tegelen rijden. Aan de oude van dagen die zich tijdens carnaval weer eventjes piepjong voelen. Aan de prinsenwagen, waarop hij als voorman van ‘D’n Oeles’ uiteraard te vinden is. En zo aan nog oneindig veel dingen meer. 

“Man, ik heb er zoveel zin in en niet alleen dit jaar, ook de komende jaren. Geloof me: zo lang ik kan lopen, blijf ik carnaval vieren.”’