Overslaan en naar de inhoud gaan

Bevlogen minitruckers leven hun droom

Zelf noemen ze het een uit de hand gelopen hobby. Maar inmiddels hebben ze 36.000 volgers op Facebook en trekken ze overal in het land veel bekijks met hun shows. Kleine wereld, groot plezier. De Minitruckers leven hun droom.  

Onder een fraai gewelfd koepeldak, tussen majestueuze fresco’s en hoge glas-in-loodramen, weerklinkt het geronk van radiografisch bestuurbare vrachtwagens, heftrucks, kranen en een enkele trein in de Sint-Agathakerk in Beverwijk. Alsof een stukje Madurodam even is verplaatst. Maar dan wel in een XL-variant, want de gangbare schaalgrootte varieert hier van 1:16 tot 1:14,5. In de wereldberoemde Haagse miniatuurstad is dat 1 op 25.  

Sint-Agathakerk als cultureel centrum voor de minitruckers

Als onderdeel van de jaarlijkse Transportdag beleven zeventien Minitruckers een unicum, zegt woordvoerder Richard Waiboer. Ze stallen hun imposante collectie op veel plekken uit – van kroeg tot gymzaal – maar Gods huis zat daar nog niet bij. Het rijksmonument functioneert tegenwoordig ook als cultureel centrum, dus een beetje reuring te midden van de zo sereen opgestoken gebedskaarsjes zijn ze wel gewend. “Maar dit hadden ze nog nooit gezien”, zegt Waiboer. “Ik denk dat de mensen van de kerk wel vijfhonderd foto’s hebben gemaakt, ze keken hun ogen uit. Toen ik werd gebeld met de mededeling dat ze ons hier wilden neerzetten, ben ik even op Google gaan zoeken. Prima, dacht ik, als we maar de ruimte krijgen. Wij zijn met een grote groep; per poppetje gaan we uit van twee vierkante meter. Ik vind dit óók een bijzondere ervaring, maar in feite maakt de locatie voor ons niet uit. Als we maar lekker bezig kunnen zijn.” 

"Ik denk dat de mensen van de kerk wel vijfhonderd foto’s hebben gemaakt, ze keken hun ogen uit."

Een beetje grutten, noemt hij dat. Maar dan wel met duidelijke afspraken. “Als wij ingehuurd worden, komen we niet om de hele dag langs de kant koffie te drinken. Wij moeten gewoon zorgen dat het beweegt, overal moet iets te zien zijn. En het moet niet te veel geluid maken, dat heeft bij ons geen meerwaarde. Daarmee jaag je het publiek weg.”  

Minitruckers in de kerk

Een grote improvisatieshow

Op de antieke plavuizenvloer van 200 vierkante meter hebben ze binnen een uur een stad gebouwd waaraan bezoekers zich kunnen vergapen. Prominent in het midden staat de Erasmusbrug. De eyecatcher uit Rotterdam is er eentje van het eerste uur: 1988. Vanaf dat moment begon de liefhebberij serieuze vormen aan te nemen. Begin jaren negentig vond in Den Bosch de eerste demonstratie plaats en nu is het een rondreizend circus geworden.  

"De brug wordt als eerste neergezet, de rest komt eromheen"

De bevlogen Minitruckers ontwikkelen volledig functionerende schaalmodellen van vooral vrachtwagens. De baan is een gemeenschappelijk bezit en wordt door Waiboer vervoerd in een aanhanger. Daarom laat hij nooit verstek gaan. Hij plant zelfs zijn vakanties om de shows heen. Soms kost het hem een heel weekend. “Ik bemoei me niet met het opbouwen. Ik zorg dat mijn kar leeg is en dan ga ik koffie voor iedereen zetten. We hebben geen vast plan. De brug wordt als eerste neergezet, de rest komt eromheen. Al dertig jaar staan we in Liessel, maar zelfs daar lag de baan nog nooit in hetzelfde patroon. Het is één grote improvisatieshow.”  

“We zijn gewoon een vriendengroep. Met een uit de hand gelopen hobby.”

Voor de goede orde: de Minitruckers vormen géén officiële vereniging. Waiboer: “We zijn gewoon een vriendengroep. Met een uit de hand gelopen hobby.” De allround medewerker van bloembollenkwekerij W. van Lierop uit Anna Paulowna werd enthousiast gemaakt door zijn jongere broer Alexander. “Hij leende altijd mijn bus als er een show was. Ik ben een keer meegegaan en was meteen om. Niet iedereen snapt het misschien, maar hier kan ik mijn ei in kwijt. Na zo’n dag kom ik volkomen zen thuis, ook al ben ik ’s morgens om vijf uur van huis vertrokken. Als ik dit geweten had op mijn achttiende, was ik wel anders met mijn geld omgegaan.”  

In hun jeugd speelden ze eindeloos in de zandbak, zoals jongetjes dat deden. Ze legden wegen aan, groeven tunnels. De fascinatie voor model-autootjes is nooit meer verdwenen. “Je had toen twee bekende merken: Matchbox en Siku. Mijn grote verzameling heb ik op een gegeven moment verkocht en dat geld gebruikte ik als startpunt voor dit spul.”  

Verbazing en verrukking op het gezicht van toeschouwers

Regelmatig ziet hij de verbazing en verrukking op het gezicht van toeschouwers. En dan kan hij een glimlach niet onderdrukken. “Ook in mijn eigen kennissenkring was het vaak: die Waiboer met zijn hobby… Tot het moment dat ik iedereen uitnodigde bij mij in de schuur om een keer te komen kijken. Toen vielen de monden wel open.”  

Een ander misverstand: je hoeft niet per se actief te zijn in de transportsector om iets te hebben met de beweegbare miniwereld. Waiboer: “Ja, we hebben ook twee beroepschauffeurs in de groep, maar de rest werkt overal en nergens. En onze meesterbouwer komt bij Madurodam vandaan.”  

"Onze meesterbouwer komt bij Madurodam vandaan"

De 32 leden schoven hem naar voren als spreekbuis. Behalve zijn voortrekkersrol op shows en festivals steekt Waiboer dagelijks een halfuur in het actualiseren van de Facebookpagina. Het is een serieuze zaak geworden. De organisatie van de Transportdag in Beverwijk maakte nog de klassieke fout op een informatiesite de zin ‘speciaal voor de kleintjes’ toe te voegen. Wat de Minitruckers doen, is juist géén interactieve experience volgens het pretparkprincipe. Zij huldigen het bekende adagium ‘kijken, maar niet aankomen’. De enige uitzondering maken ze af en toe voor hun eigen kinderen en kleinkinderen, op voorwaarde dat ze deel uitmaken van de groep en dus een taak vervullen.  

Passie en kennis delen met anderen

Waiboer: “Bij een andere club zagen we weleens dat kinderen van bezoekers achtjes mochten draaien met een vrachtwagen. Daarna kregen ze een rijbewijs. Maar dan moet er de hele dag iemand naast zitten. Wij willen zelf lekker aan de gang, zonder verplichting, en onze passie en kennis delen met anderen. Het is voor jong en oud. Bij een demo in een transportbedrijf heeft een gepensioneerde medewerker van 92 ongeveer tweeënhalf uur achter mij gestaan. ‘Ik wou dat ik twintig jaar jonger was’, zei hij, ‘dan had ik met jullie meegedaan.’ Hij vond het prachtig. En wij ook.”  

Een moeder die voor haar zoontje kwam vragen of er een website is met meer informatie over de Minitruckers heeft hij dan net gewezen op de talloze filmpjes die op een scherm voorbijkomen en ook op YouTube te zien zijn. “Daar is die jongen de hele dag wel zoet mee, mevrouw.” En het is dat je af en toe beelden van benen voorbij ziet komen, anders zou je denken dat het opnames uit de grotemensenwereld zijn – zó levensecht zijn de schaalmodellen. 

Een ander jongetje dat kwam vragen of hij op de kerkvloer ook eens aan de knoppen mocht zitten, heeft Waiboer moeten teleurstellen. Daar is deze uitstalling iets te kostbaar en te specialistisch voor. Wanneer iedereen van de partij is, vertegenwoordigt de collectie een waarde van enkele tonnen euro's, inclusief de baan. Met zijn heftruck, vrachtwagen en rijdende containerterminal komt Waiboer alleen al uit op 15.000 euro.  

“Alsjeblieft, vermaak je ermee.”

Tegen het eind van de middag zit een vader, met zijn zoontje op schoot, nog steeds ademloos te kijken hoe hoopjes potgrond wordt verplaatst. Een andere Minitrucker manoeuvreert uiterst geconcentreerd een dieplader langs McDonald’s-restaurant en Shell-station. Zelf stapelt Waiboer in zijn vaste hoek tientallen kuubkisten met zijn oranje-grijze heftruck op elkaar. Dat voertuig is zijn grote trots; een souvenir van zijn vorige baan. Tien jaar reed hij op de volwassen uitvoering hiervan. Zijn goede vriend Peter van Dalum maakte de Toyota voor hem na en zei negen maanden later: “Alsjeblieft, vermaak je ermee.” Hoe waardevol het voor Waiboer is? “Die gaat mee in mijn graf.” 

Minitruckers in de kerk